De cognitieve gedragstherapie (CGT) wordt vooral gebruikt bij problemen waarbij gedachten als “niet-helpend” worden ervaren. “Het zal wel weer misgaan.” Er wordt met u gewerkt aan meer helpende gedachten.
De cognitieve gedragstherapie is een wetenschappelijk onderbouwde behandelwijze.
Wat is cognitieve gedragstherapie? Bron Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie
Bent u bang voor spinnen, kleine of grote ruimtes? Durft u de straat niet meer op? Moet u dwangmatig controleren of u het gas heeft uitgezet of de voordeur op slot heeft gedaan? Raakt u in paniek, omdat u een presentatie moet geven voor uw collega’s? Of heeft u vliegangst of hoogtevrees? En werken deze angsten zo door dat u normale, dagelijkse situaties als naar het werk gaan of boodschappen doen het liefst vermijdt?
Zoek dan hulp. Samen met een therapeut gaat u kijken in hoeverre uw angst reëel is. Vervolgens stelt u een lijst op met voor u angstige situaties in oplopende moeilijkheid. Daarna gaat u stap voor stap deze situaties opzoeken om zo uw angst te leren overwinnen.
Of heeft u bijvoorbeeld een eetstoornis dan werkt u in een aantal stappen toe naar een gezond eetpatroon, een stabiel gewicht (dat past bij uw lichaamslengte) en een gezonde kijk op het lichaam. Samen met uw therapeut ontdekt u waarom u uw eetstoornis in stand houdt. Hierbij is het belangrijk dat u er bewust voor kiest te veranderen. Dat lijkt logisch, maar de stap naar verandering is vaak moeilijk. Gedrag dat bijvoorbeeld een gevoel van veiligheid, troost of controle geeft, moet worden losgelaten.
Voor het slagen van de therapie is het ook belangrijk dat u vertrouwen heeft in uw therapeut. Bij CGt gaat het om een open en gelijkwaardige relatie. De therapeut werkt nauw met u samen om tot verbetering van uw klachten te komen. Hij of zij probeert zo direct en zo concreet mogelijk aan te sluiten bij uw problemen en laat u er zelf aan werken met huiswerkopdrachten.
De effectiviteit van CGt is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek. Behandelingen zijn klacht- of probleemgericht en duren over het algemeen kort. Het gaat vooral over moeilijkheden die nu spelen en veel minder over problemen die in het verleden hebben bestaan. De meeste behandelingen bestaan uit 10 tot 25 bijeenkomsten. Bij wekelijkse of tweewekelijkse bijeenkomsten duurt de therapie gemiddeld een half tot anderhalf jaar. Bij ernstigere problemen neemt het aantal bijeenkomsten uiteraard toe. U spreekt met uw therapeut de duur van de therapie af.